Uiterlijk
- Stevige bouw, vrij stompe snuit, oren zichtbaar
- Gewicht 3 tot 8 gram
- Donkerbruin tegen zwart aan, buik lichter van kleur
- Vleugels en oren zwart, lichaamslengte 3 tot 4,5 cm, spanwijdte 20 tot 22 cm
Ontwikkeling
- Paartijd valt in april tot mei
- Draagtijd 6 tot 8 weken; jaarlijks 1 tot 2 worpen van 1 tot 2 jongen
- Ze worden geboren in een kraamkolonie, die varieert van 20 tot meer dan 300 dieren
- Jonge dwergvleermuizen zijn tot na de eerste winter donkerder en grauwer van kleur
Leefwijze
- Dwergvleermuizen jagen het liefste in terreinen met bomen, tuinen en rond lantaarnpalen
- Ze mijden grote, open vlakten
- Ze vangen kleine insecten zoals muggen, motjes, schietmotten en gaasvliegen in de lucht
- Zomerverblijfplaatsen bevinden zich vrijwel altijd in gebouwen; winterverblijfplaatsen vaak in spouwmuren, maar ook met grote groepen in groeven en grotten
- Blijven jaren trouw in een gebied
Schade
- Bevuilen van gebouwen met uitwerpselen, zowel buitengevel als vloeren van bv. zolders waar een kolonie hangt; lawaaioverlast.
Wering – preventie
- In de winter houden vleermuizen een winterslaap en veroorzaken dan nauwelijks overlast. In het voorjaar verlaten ze de locatie vanzelf. Wanneer een vleermuis een woning is binnengedrongen, kunt u het beste de ramen openen. De vleermuis vindt meestal zelf zijn weg naar buiten.
Extra informatie over vleermuizen:
Het is verboden vleermuizen te vangen of te doden. Ook is het niet toegestaan hun verblijfplaatsen te verstoren of te beschadigen. Bij verblijfplaatsen kunt u denken aan boomholten, gebouwen en de onderaardse groeven in het zuiden van ons land.
In geval van hinder door vleermuizen kan voor advies contact worden opgenomen met: Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming; www.vzz.nl
Ongediertebestrijding Assen; Beestachtig goed!